Jonge Alumni

Hoogintelligent: last of zegen?

Jonge Alumni op zoek naar de graal
Op 13 mei 2008 was het weer zover. Op de inmiddels oude vertrouwde locatie Sociëteit de Maas kwamen de Jonge Alumni bij elkaar voor een interactieve avond. Een avond die, zoals gebruikelijk, een mix is van enige educatie met vooral ook veel gezelligheid. Te gast ditmaal waren sprekers en andere leden van de Nederlandse afdeling van Mensa, de club van hoogbegaafden die ook wereldwijd actief is. De avond zou een queeste worden naar het fenomeen hoogbegaafdheid en naar de last of zegen die deze gave voor de bezitter daarvan betekent. Zoals oud Mensa voorzitter Fieke van der Lecq ons later op de avond zou uitleggen, worden er nog veel meer termen dan ‘hoogintelligent’ of ‘hoogbegaafd’ gebruikt voor een en hetzelfde begrip. Vooralsnog houden we het even bij hoogbegaafdheid.

Van Unilever tot Unicef (met nog wel wat banen daar tussenin)
Jan-Willem Hoogeweegen opende de avond. Behalve alumnus van de EUR is hij inmiddels ook Mensa lid. Jan-Willem maakte ons deelgenoot van waar hij zoal in het leven ‘tegenaan was gelopen’. Een vriendin vermoedde dat hij hoogbegaafd moest zijn en dat bleek inderdaad het geval. Hoogbegaafd zijn is dan wel ‘anders’ volgens Jan-Willem, maar toch wel echt heel erg leuk. Zeker onder gelijkelijk hoogscorenden bij Mensa. Hij kan het iedereen aanbevelen om de Mensatest te doen en bij positieve score lid te worden van Mensa. Hij denkt met plezier terug aan en kijkt uit naar de Oktober thema week-ends van Mensa. Het is er altijd oh zo gezellig. Je zou bijna denken, als je hem zo hoorde, dat het er allemaal heel ‘normaal’ aan toe gaat bij Mensa. Hoe ‘normaal’ hoogbegaafd zijn is, inventariseerden de volgende sprekers voor ons.

 

zaalJWHKoers uit(een)zetten
Volgens Noks Nauta, bedrijfsarts, psycholoog en mede-auteur van het boek ‘Ongeleide Projectielen op koers, werken en leven met hoogbegaafdheid’ was het, toen zij acht jaar geleden lid werd van Mensa, nog een maatschappelijk taboe om uit te komen voor je hoogbegaafdheid. Zij vertelde haar aandachtig luisterende publiek dat zij zo graag kijkt naar het televisieprogramma De Reünie. Met name boeide haar de uitzending waarin de schoolklas, die toen onderwerp was van het programma, verteld werd dat er iemand uit hun klas hoogbegaafd is. Je zag de klasgenoten nadenken over wie die persoon dan wel zou kunnen zijn. Noks genoot vooral van het verrassingsmoment waarop bleek dat de hoogbegaafde iemand was die had gedoubleerd op school, haar studie nadien niet had afgemaakt en van het ene baantje naar het andere baantje was gegaan. Niet bepaald iemand van wie je zou vermoeden dat ze hoogbegaafd is of – na deze avond – misschien toch wel? Noks zelf voelt zich stukken beter sinds de herkenning van haar eigen hoogbegaafdheid.

Ik ben niet hoogbegaafd omdat… / ik ben hoogbegaafd omdat…
Om een en ander wat inzichtelijker te maken, deed Noks een klein onderzoekje onder de aanwezigen. Individueel kreeg men tijd om voor zichzelf na te gaan of men zich al dan niet schaarde in de categorie ‘hoogbegaafd’. Daarna werd collectief besproken hoe je een hoogbegaafde herkent. En daar waar we al enigszins bang voor waren, werd bewaarheid. Het was niet allemaal even juichend. Enkele kenmerken van hoogbegaafdheid die aan bod kwamen zijn: snel verveeld, eigenwijs, snel afgeleid zijn, grapjes maken waar niemand om lacht, eenzaam, niet begrepen worden door anderen, relationele problemen, neerwaartse (school)loopbaan maar ook graag willen analyseren, vijf zetten verder op het schaakbord zijn, gevoelig, creatief, muzikaal zijn. Kreten en zuchten van herkenning werden gehoord uit de zaal waarin een hoog Dr. gehalte aanwezig was. Noks stelde dat er dus duidelijke positieve en negatieve aspecten zitten aan hoogbegaafdheid die zich op alle gebieden van het leven manifesteren. Zodra een hoogbegaafd kind naar school gaat, gaat het vaak al mis. Later met werken het bekende ‘12 ambachten 13 ongelukken’, soms zelfs tot dakloos- en drugsverslaafdheid leidende. Noks concludeerde dat de punten die in het rijtje bij niet-hoogbegaafd staan, soms erg veel lijken op de punten die in het rijtje bij (wel) hoogbegaafd staan. Je bent zelf de norm. Daarom is herkenning niet zo gemakkelijk.

Hoogbegaafd? Dat zie je zó!
Over dat kunnen herkennen alsmede het definiëren van hoogbegaafdheid sprak ook onze volgende spreker Maud Kooijman. Maud is psychotherapeut en lifecoach voor hoogbegaafde (jong) volwassenen. Zij informeerde ons over haar onderzoek naar wat hoogbegaafdheid is (Hoogbegaafdheid? Dat zie je zó!) en gaf ons een samenvatting van de resultaten. Gebruik makend van de Delphi-methodiek hebben 20 hoogbegaafde experts vijf ronden lang ‘georakeld’ op zoek naar consensus over de kern van wat hoogbegaafdheid is. ‘Hoge priesteres’ Maud presenteerde een kleurrijk schema over de wisselwerking tussen de hoogbegaafde en de maatschappij. Over de interactie tussen hoogbegaafde en maatschappij heeft zij het existentiële schema gelegd van zijn, denken, voelen, willen, doen en waarnemen. Aldus vaststellend wat de essentie van de mens is, zocht zij naar de specifieke kenmerken van de hoogbegaafde mens. Samengevat is haar conclusie dat niet alle prestaties van een hoogbegaafde zichtbaar zijn ikooijmann de samenleving. Kenmerken die zichtbaar zijn, zijn dat de hoogbegaafde hoogintelligent is en autonoom (hij of zij bepaalt zelf wat hij of zij wil, is vaak ‘eigenstandig’). Maud benadrukte dat hoogbegaafdheid meer is dan alleen hoogintelligent zijn. Hoogintelligent heeft te maken met denken, met metacognitie, met goed kunnen associëren en met een goed geheugen. Hoogbegaafdheid heeft ook te maken met voelen, met veel emoties, soms te veel emoties waardoor het allemaal voor de hoogbegaafde een te grote prikkel wordt en hij of zij zich emotioneel wil afsluiten ter zelfbescherming. Door anderen wordt daar dan vaak het etiket autistisch en asociaal op geplakt. Verder wil een hoogbegaafde veel. Hij of zij is gedreven, nieuwsgierig en leergierig en is in staat zich vast te bijten in iets. Daar komt nog bij dat hij of zij wil doen. Hij of zij is scheppingsgericht, geneigd tot creëren. Zijn of haar buitengewone hoogsensitieve gave tot waarnemen dankt de hoogbegaafde aan een neurologische basis die gradueel verschilt van de niet hoogbegaafde mens. Zijn of haar zenuwstelsel heeft dunnere zenuwen, gevoeliger uiteinden en snellere synapsen. Overkoepelend kan worden gesteld, aldus Maud, dat een hoogbegaafde snel is (in emoties, denken en doen), creatief is (verzint ongewone verbanden, is speels), intens is (alle knoppen staan op 10 en uitzetten is lastig) en complex is (veelzijdig, kan veel aan, is niet eenvoudig). Mauds definitie van hoogbegaafdheid is na dit onderzoek: “Een hoogbegaafde is een snelle en slimme denker die complexe zaken aankan. Autonoom, nieuwsgierig en gedreven van aard. Een sensitief en emotioneel mens, intens levend. Hij of zij schept plezier in creëren.”

Hoogbegaafd? Wat kun je ermee?
Duizendpoot en bolleboos econoom Fieke van der Lecq was onze laatste gastspreker van de avond. Als gezegd is Fieke oud voorzitter van Mensa en nog steeds een enthousiast lid. Ook is ze onder meer al 5 jaar in deeltijd werkzaam aan de EUR. Fieke deelde ons op in kleine groepjes met een Mensa gespreksleider per groep om te praten over hoe ieder van ons meende hoogbegaafdheid bij zichzelf te kunnen herkennen. Verzuchtingen van een deelnemer zoals “ik heb twee studies gedaan, ben gepromoveerd en kan geen baan vinden, dus misschien ben ik wel hoogbegaafd” werden in de groep gegooid. Zoals ook Noks uiteenzette, is herkenning van hoogbegaafdheid bij jezelf niet altijd gemakkelijk juist omdat jezelf de norm bent. Na de groepsgesprekken besprak Fieke enkele van de groepsbevindingen met de zaal en waren er de tips waar iedereen op had gewacht. Dat wachten op de tips was voor sommigen onder ons al meteen een test, omdat we leerden van Fieke dat hoogbegaafden vanwege hun natuurlijke snelheid de zaken nou eenmaal ook sneller doorzien en daarom meer en vaker geduld moeten betrachten met de wat minder begaafden onder ons. Je geduld ‘organiseren’ komt dus bovenaan het lijstje. Hoogbegaafden willen niet altijd op de ventweg rijden, maar ook lekker af en toe gas geven op de Duitse Autobahn. En natuurlijk moet je als hoogbegaafde die supersnelle Porsche die je bent, goed onderhouden en beschouwen als een fijn instrument. Dus wel jezelf blijven, maar goed het ongeduld in je managen en van geduld een bijzondere kwaliteit maken zodat je dat gaspedaal op de juiste momenten kunt intrappen.

vanderlecqMensa
Fieke legde ons uit waarom de vereniging voor hoogbegaafden Mensa heet. Het Latijnse woord ‘mensa’ is door de legende van Koning Arthur en de ridders van de Orde van de Ronde Tafel die op zoek gingen naar de Heilige Graal, bekend als symbool van gelijkwaardigheid. De vereniging Mensa is als een ronde tafel voor gelijkwaardigheid voor al haar leden. Iedereen die hoogbegaafd is, is welkom. Met betrekking tot de terminologie voor hoogbegaafd zijn, worden veel termen gebruikt. De meest voorkomende alternatieven voor hoogbegaafd en hoogintelligent zijn de afkortingen HB en HIQ, en verder ‘highly gifted’ als internationaal veelgebruikte term. Hoe hoog moet je begaafdheid eigenlijk zijn om lid te kunnen worden van Mensa? De intelligentietest van Mensa is een test voor de hogere ‘range’ van intelligentie. Dat wil zeggen dat er niet een specifiek IQgetal per test wordt aangegeven, maar wel dat je in vergelijking met je ‘medebegaafden’ vanaf ongeveer het 98e of 99e percentiel hoog uit de test moet komen. Dan word je beschouwd als hoogintelligent en kun je lid worden. Volgens Fieke is het ook zo prettig bij Mensa dat je elkaar mag verbeteren en dat je dan nog steeds aardig wordt gevonden omdat je niet als betweter wordt gezien maar als iemand waar anderen van kunnen leren. Mensa is opgericht in Groot-Brittannië in 1946, in Nederland in 1963. Op de vraag hoeveel leden Mensa in Nederland momenteel heeft, kon één van de aanwezige Mensaleden in de zaal melden dat het er om 17.00 uur op 13 mei 2008, exact 3332 waren. Als dat niet duidelijk maakt wat hoogbegaafd is…! Het is maar dat u het weet.

Doelstelling en lidmaatschap Mensa
Mensa heeft vier hoofddoelstellingen. Dat zijn belangenbehartiging, ontplooiingsmogelijkheden bieden aan haar leden, medewerking verlenen aan en stimuleren van wetenschappelijk onderzoek en – van Jan-Willem hadden we al zoiets gehoord – gezelligheid onder elkaar! En die gezelligheid kent geen grenzen. Internationaal, nationaal, regionaal of zelfs op huiskamerniveau; er zijn allerlei activiteiten tot en met ‘special interest groups’ en virtuele contacten via chatkanalen. Lid worden? Even naar www.mensa.nl, thuistest doen. Na goede thuistest, toelatingstest Mensa in Utrecht. Goede toelatingstest? Dan ontvang je een uitnodiging om lid te worden.

De borrel
Normaal gesproken gaan de Jonge Alumni aan het eind van zo’n leuke interactieve avond nog even aan de borrel. En dan blijkt dat die borrel uitstekend past bij de Mensa doelstelling van gezelligheid. De hoogbegaafde aanwezigen toonden zich ook op dit vlak zeer begaafd. Daarin bleek het onderscheid tussen normaal- en hoogbegaafd volstrekt niet te bestaan. En gelukkig maar. Zo konden de Jonge Alumni en de Mensaleden tezamen toasten op een geslaagde avond!

Bettina Hertstein