terug naar de vorige pagina

Prof. van Bemmel:
Impuls voor internationalisering

De nieuwe bachelor-master structuur is een uitdaging voor onze universiteit, een impuls voor de internationalisering die wij najagen. Vanaf het collegejaar 2002/2003 gaan we ook alle masteropleiding in het engels aanbieden. Een van optimisme bruisende rector magnificus prof. Van Bemmel zei dit op 3 september aan het Jaardiner van de Erasmus Alumni Vereniging in 'De Maas' in Rotterdam.

Dynamiek kenmerkt de ontwikkeling van de Erasmus Universiteit, zo onderstreepte hij ook met wisselingen in de personele sfeer: Er kwamen vijf nieuwe decanen (op een totaal van zeven). De vorig jaar benoemde rector is het langst zittende lid in het College van bestuur - voorzitter mevrouw Van Eindhoven schoof op 1 juli aan en het derde lid moet nog komen. Internationalisering scoort hoog bij de universiteit. Bij de opleiding 'business administration' komt de helft van de studenten al uit het buitenland: 'men komt af op de kwaliteit'. De RSM is een winner: 'nummer 5 op de Europese schaal, werkend aan plek 4 misschien wel 3'. De profilering op dit vlak gaat door: 'We praten met Leiden, Delft en anderen'. Over het onderzoek meldde de rector genuanceerd. In algemene zin: Hoboken gaat goed, Woudestein kan beter. 'Het komt aan op talenten binnenhalen en vasthouden' en 'kruisbestuiving - leren van elkaar - is belangrijk'.

Nieuwkomers
In relatie tot Rotterdam culturele hoofdstad van Europa vond de opening van het academisch jaar 's middags plaats in de Laurenskerk. Prof. Van Bemmel plaatste daar al enkele accenten bij de ontwikkeling van de universiteit. Naast internationalisering gaat het om informatie- en communicatietechnologie in het onderwijs: 'Wij zijn als eerste universiteit overgegaan tot het instellen van een expertisecentrum voor ICT-gestuurd onderwijs. De boeken blijven in gebruik, maar zullen op grote schaal worden aangevuld met elektronisch leermateriaal'. Toch wil de universiteit geen campus zonder studenten: 'Niets gaat boven de persoonlijke ontmoeting van een begeesterde docent en een kennisgierige student. Wat dat betreft mag de meester-gezel verhouding best wel sterker terugkeren op de universiteit'.

De Erasmus universiteit groeit nog steeds gestaag door. Er komen kleinere onderwijsgroepen, een aanzet tot draadloos communiceren met behulp van draagbare computers (op den duur voor elke student) en een voorbereiding op levenslang leren, waarbij men ook na het behalen van bachelor- en masterdiploma's nieuwe kennis via ICT kan blijven ophalen bij de universiteit. De rector noemde enkele van de nieuwe initiatieven:
- de studierichting psychologie, die dit cursusjaar start,
- de in september 2002 te starten studierichting criminologie (met Leiden en de VU in Amsterdam),
- de samenwerking met andere universiteiten, zoals bij onderwijs en onderzoek op het gebied van ICT en Maatschappij (Delft),
- het functioneel integreren van de medische faculteit en het Academisch Ziekenhuis Rotterdam, ter betere afstemming van medisch-wetenschappelijk onderzoek, onderwijs en pati�ntenzorg, en versterking van research op het gebied van de genetica en de moleculaire biologie (via forse investeringen).

De universiteit mag dan nog geen 30 jaar oud zijn, de 'roots' gaan veel verder terug, voor Woudestein naar 1913 (Nederlandsche Handels-Hoogeschool), voor Hoboken nog verder. De rector, verwijzend naar historicus prof. Mart van Lieburg: De wortels gaan misschien wel terug tot 1642, toen de eerste lector in de anatomie en de chirurgie in Rotterdam werd benoemd door het Chirurgijnsgilde. Het was de start van eeuwenlang onderwijs en toen al beroemd internationaal onderzoek in de geneeskunde en de farmacie in Rotterdam. 'Wie roept daar in Leiden dat wij hier nieuwkomers zijn?'

Minderhedenbeleid
Ter gelegenheid van de opening van het academisch jaar vond een debat plaats over Het einde van het minderhedenbeleid? onder leiding van prof. dr A. C. Zijderveld, hoogleraar sociologie aan de EUR. Hij citeerde de Marokkaans-Nederlandse schrijver Hafid Bouazza, die meent dat een minderheidscultuur in een land als Nederland, dat geen minderhedenonderdrukking kent, het beste in anonimiteit gedijt. Zo'n cultuur moet vooral niet de aandacht op zich willen richten en om erkenning gaan roepen, want dan treedt ze uit de anonimiteit en stelt ze zich open voor de bemoeienis van de meerderheidscultuur. Een dergelijke erkenning betekent beperking.

Zijderveld stelde dat minderheden recht hebben op een zekere anonimiteit, op een vrijplaats waar ze niet door middel van al dan niet goedbedoeld beleid 'erkend' en vaak betutteld worden. Maar een dergelijke vrijplaats kent zoals iedere vrijplaats grenzen die eigen zijn aan een democratische rechtsstaat. Minderheden moeten serieus genomen (kunnen) worden. Juist daarom moeten ze niet alleen vragen wat Nederland kan doen voor hen, maar ook laten weten wat zij kunnen doen voor Nederland. De speciale aandacht die immigranten in ons minderhedenbeleid ontvangen, belemmert hun volwassen en volwaardige integratie. Jammer voor hun zaakwaarnemers en de wetenschappelijke onderzoekers voor wie ze een aantrekkelijk wingewest vormen, maar we kunnen dit beleid beter zo snel mogelijk be�indigen, aldus de hoogleraar.

terug naar de vorige pagina