![]() |
![]() |
Recnet bezocht McKinsey |
![]() |
De alumnivereniging voor econometristen, Recnet, hield op 18 mei jl. al weer haar 17e bijeenkomst sinds de oprichting. Dit maal waren Rotterdamse alumni op bezoek bij het hoofdkantoor van McKinsey, welgelegen aan de hoofdstedelijke Amstel. |
![]() |
Na een korte introductie van de activiteiten en missie van McKinsey ('one firm concept') opende Arnoud W.A. Boot, partner corporate finance and strategy practice, de drieluiklezing. Boot, zelf geen econometrist, benadrukte in zijn korte inleiding dat econometristen vooral gezegend zijn met veel kwantitatief gereedschap, maar dat het zijn inziens vooral (in de consultancy) gaat om de probleemanalyse. Daarbij is met name creativiteit van belang en niet alleen de (onderzoeks-)methodiek. In zijn theoretische beschouwing ging hij voor het publiek van zo'n 50 econometristen in op de fundamentele wijzigingen in de paradigma's, zoals die in de financiering worden gehanteerd. Het eerste paradigma - uit de klassieke financieringsleer - zegt dat alleen de activiteiten van ondernemingen het risico van deze ondernemingen bepalen en dat de wijze van financiering eigenlijk niet zo belangrijk is. Financiering is dan meer een allocatievraagstuk. In de moderne financieringstheorie als ook in de praktijk zag de spreker dat de financieringsstructuur wel degelijk invloed heeft op het risico van de onderneming. Zo hebben diverse financiers invloed op (het beleid van) de onderneming en de handelwijze van de ondernemer c.q. bestuur. Voor- beelden van die invloed zijn de gesuggereerde macht van banken en de (wellicht beperkte) positie van aandeelhouders zoals in de corporate governance discussie aangehaald wordt. Daarnaast wordt er in de praktijk steeds gezocht naar een optimale financieringsstructuur, afhankelijk van o.a. marktomstandigheden (bv. de vraag van kapitaalverschaffers). Het tweede paradigma dat tegen het licht werd gehouden is het uitgangspunt dat ondernemingen streven naar winstmaximalisatie en dat managers handelen conform deze doelstelling. In de moderne theorie en ook in de praktijk doen zich allerlei "agency" problemen voor, dat wil zeggen managers die handelingen verrichten die niet in overeenstemming zijn met die acties benodigd voor winstmaximalisatie van de betreffende onderneming. Om dat te voorkomen zullen bedrijven managers bewegen voor het nemen van de juiste acties door verschillende beloningstructuren, o.a. de in de media veel besproken optiebeloningen. Ten slotte verwachtte Boot dat de beleggingsleer, die vooral uitgaat van rationele en voorspelbare modellen, steeds meer zal integreren met de theorie van de corporate finance, die vooral uitgaat van het minder voorspelbare gedrag van de ondernemer. IT-valkuilen Van der Vlis behandelde zes principes om deze typische IT-valkuilen te
vermijden: Het nieuwe besturen De theorie van Maslow gaat uit van een hiërarchische verdeling van de individuele behoefte, dat wil zeggen dat slechts in een hogere behoefte kan worden voorzien als de onderliggende behoeften reeds vervuld zijn. In het model dat door de commissie is beschreven wordt de theorie van Maslow geprojecteerd op de behoeften van de Nederlandse samenleving, waarbij de hiërarchieke behoefteladder zich op drie assen kan bewegen op basis van economische, sociale en omgevingskwaliteit. Het ultieme (wellicht bijna utopische) doel is harmonie op alle drie de assen. Winsemius merkte op dat bij een samenleving nooit lang teveel discrepantie van de niveaus op de drie assen mogelijk is. Zo zal een hoge score op de economische behoeften as niet structureel samen kunnen gaan met een sociale kwaliteit die onder aan de ladder bungelt. Dit zou teveel sociale onrust kunnen geven hetgeen zal zorgen voor een lagere score op de andere assen. Trend Met betrekking tot politieke partijen ziet Winsemius - door die steeds veranderende consument - een trend naar single event partijen. Dat zijn partijen die burgers, soms zelfs van verschillende politieke kleur, voor een of beperkt aantal opdrachten/missies en voor korte periode aan zich kunnen binden of kunnen mobiliseren. Ook andere organisaties zullen steeds meer rekening moeten houden met een consument die meer individueel opereert, sneller geïnformeerd is, minder loyaal is en sneller verandert. Voor een goede samenhang in een maatschappij is het noodzakelijk dat er rekening wordt gehouden met de hiervoor beschreven vraag naar individuele vrijheid. Anderzijds zal er een minimaal niveau van verbondenheid moeten zijn om te spreken van een gewenste samenleving. Om die cohesie te creëren is vertrouwen onontbeerlijk. De recente gebeurtenissen rond Enschede en de stakingen bij de NS geven bijvoorbeeld aan hoe belangrijk vertrouwen is. Als voorbeeld van een goede samenwerking en vertrouwen noemt Winsemius de Tweede Maasvlakte, die ondanks verschillende belangen bij bedrijven in Rijmond, de Gemeente Rotterdam en de milieubeweging toch gerealiseerd gaat worden. Om het vertrouwen te winnen is het geven van goede informatie noodzakelijk, informatie op basis waarvan de zelfstandige en individuele burger zijn eigen keuze kan maken. De discussie over het laatste onderwerp werd vervolgd tijdens de borrel op het dakterras. De middag gaf een goed beeld van de multi-disciplinariteit van de onderwerpen waarmee consultants en/of econometristen mee te maken hebben. Recnet: theorie & praktijk Ronald Wissink |